- Als je in Nederland tot de 10 procent rijkste huishoudens wilt horen, moet je momenteel ongeveer 1 miljoen euro aan vermogen hebben.
- Door voor de lange termijn te beleggen is het mogelijk om dat te bereiken, als je maandelijks een deel van je inkomen opzij zet.
- Wil je tot de 1 procent rijksten opklimmen, dan kun je beter ondernemer worden en zorgen dat je bedrijf succes heeft.
- Lees ook: Superspaarders gebruiken een eenvoudige aanpak om meer dan de helft van hun salaris opzij te zetten en financieel onafhankelijk te worden
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft deze week een studie gepubliceerd over het vermogen van de rijkste Nederlanders. Daarin kwam naar voren hoeveel vermogen je moet hebben om tot de 10 procent, 1 procent of 0,1 procent rijkste huishoudens te behoren.
Interessant in dit verband is het verschil tussen het vermogen dat je nodig hebt om tot de top 10 procent rijkste huishoudens te horen versus de meer selecte club van de top 1 procent.
In de onderstaande tabellen zie je wat respectievelijk het mediane en gemiddelde vermogen van de rijkste groepen is.
Bij de mediaan neem je de middelste meting van een groep, waardoor het effect van uitschieters minder groot wordt. Het gemiddelde kan vertekend worden als de verdeling binnen een groep erg ongelijk is, bijvoorbeeld als een paar mensen een heel groot vermogen hebben en de rest een relatief kleiner vermogen.
Als je naar de situatie in 2022 kijkt, moest je om tot de top 10 procent rijkste Nederlanders te horen een doorsnee vermogen (mediaan) hebben van 950.000 euro per huishouden. Het gemiddelde ligt iets hoger op 1,1 miljoen euro. Dus laten weg zeggen: ongeveer 1 miljoen euro.
Voor de top 1 procent ligt de mediaan een stuk hoger op 3,9 miljoen euro. En voor de top 0,1 procent heb je een doorsnee vermogen van bijna 16 miljoen euro nodig.
De rijkste Nederlanders, dus vanaf de top 1 procent, zijn veel ondernemers en ex-ondernemers die zeer rijk zijn geworden met een belang in een onderneming die veel waard is geworden, merkt het CPB op.
Die constatering is niet verrassend en valt goed te illustreren aan de hand van een voorbeeld over wat er voor nodig is om miljonair te worden door een deel van je inkomen te beleggen.
Miljonair worden in 40 jaar: dit moet je opzij zetten
Stel je hebt de ambitie om over veertig jaar miljonair te zijn. Om te beginnen is het dan wel eerlijk om rekening te houden met de inflatie. Als je een miljoen wilt hebben dat z'n koopkracht behoudt, dan heb je over 40 jaar eigenlijk 2,2 miljoen euro nodig bij een inflatie van gemiddeld 2 procent per jaar.
Dit is haalbaar als je maandelijks 700 euro uit je inkomen opzij kunt leggen om te beleggen. Je moet dan jaarlijks gemiddelde 8 procent rendement maken op de beurs om na 40 jaar 2,2 miljoen euro te hebben, zo valt te berekenen met deze tool van berekenhet.nl.
Hoewel gemiddeld 8 procent rendement per jaar best een uitdaging is, laat de geschiedenis zien dat dit op de lange termijn wel mogelijk is gebleken met beleggingen op de aandelenmarkt.
Tegelijk is duidelijk dat het lastig is om 700 euro per maand opzij te zetten met een modaal inkomen. Voor dit jaar ligt dat op 44.000 euro bruto per jaar. Na aftrek van de inkomstenbelasting komt dat neer op bijna 3.000 euro netto per maand. Dan is 700 euro opzij zetten meer dan 20 procent van je maandinkomen.
Voor een huishouden dat 80.000 euro bruto per jaar verdient, dus bijna twee keer modaal, blijft er netto zo'n 4.400 euro per maand over. En dan is 700 euro per maand iets meer dan 15 procent van het netto inkomen, wat beter te doen lijkt.
Dit voorbeeld laat meteen ook zien dat het met een inkomen van twee keer modaal niet goed te doen is om met periodiek beleggen een vermogen op te bouwen waarmee je bij de rijkste 1 procent van de huishoudens komt.
Momenteel heb je dan 3,9 miljoen euro nodig, maar als je dit over 40 jaar wilt bereiken met een inflatie van 2 procent per jaar, gaat het uiteindelijk om ruim 8 miljoen euro. Daarvoor zou je grofweg 2.500 euro per maand opzij moeten zetten tegen een jaarlijks rendement van 8 procent.
Als werknemer in loondienst is dat alleen haalbaar voor topbestuurders met salarissen van minimaal enkelen tonnen. Geen wonder dat er bij de rijkste 1 procent in Nederland vooral mensen zitten uit ondernemersfamilies.